Wetgeving: definitie bromfiets (scooter)
a motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, uitgerust met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3 of een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig;
b motorrijtuig op drie wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, uitgerust met:
- een motor met elektrische ontsteking met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3,
- een motor met inwendige verbranding en een netto maximumvermogen van niet meer dan 4 kW voor andere dan onder 1° genoemde motoren, ofeen elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW; dan wel motorrijtuig op vier wielen, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h en een ledige massa van minder dan 350 kg, de massa van de batterijen in elektrische voertuigen niet inbegrepen, uitgerust met:
- 1 een motor met elektrische ontsteking met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3,
- 2 een motor met inwendige verbranding en een netto maximumvermogen van niet meer dan 4 kW voor andere dan onder 1° genoemde motoren, o
- 3 een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW
In ieder geval wordt als bromfiets aangemerkt een voertuig dat blijkens het afgegeven kentekenbewijs als bromfiets is aangeduid;
- ea fietsen met trapondersteuning: fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen;
- f typegoedkeuring: goedkeuring van tot een bepaald type behorende voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken of voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers;
- g kenteken: kenteken als bedoeld in artikel 36 of artikel 37, derde lid;
- h kentekenbewijs: kentekenbewijs als bedoeld in artikel 36 dan wel een kentekenbewijs, afgegeven ter zake van de opgave van een kenteken als bedoeld in artikel 37, derde lid;
- i kentekenregister: register, bedoeld in artikel 42;
- j keuringsbewijs: keuringsbewijs als bedoeld in artikel 72;
- k keuringsrapport: keuringsbewijs of een beschikking tot weigering van de afgifte van een keuringsbewijs;
- l rijbewijs: rijbewijs, bedoeld in artikel 107;
- m rijbewijzenregister: register, bedoeld in artikel 126;
- n bestuurder van een motorrijtuig: degene die het motorrijtuig bestuurt of degene die, overeenkomstig de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarde, wordt geacht het motorrijtuig onder zijn onmiddellijk toezicht te doen besturen;
- o houder van een motorrijtuig of een aanhangwagen: degene die het voertuig:
1 op grond van een overeenkomst van huurkoop onder zich heeft,
2 in vruchtgebruik heeft, of
3 anderszins, anders dan als eigenaar of bezitter, tot duurzaam gebruik onder zich heeft;
- verwerken van gegevens: verwerken als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
- Dienst Wegverkeer: de in artikel 4a bedoelde dienst;
- rhet CBR: de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen;
- goedkeuring van een productieproces: ter uitvoering van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties of van één of meer instellingen van de Europese Unie, al dan niet gezamenlijk, verleende goedkeuring van een productieproces van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken of voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers.
4 Indien de eigenaar van een motorrijtuig of een aanhangwagen niet tevens bezitter is, treedt de bezitter voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet voor de eigenaar in de plaats.
5 Degene aan wie een kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig of een aanhangwagen wordt, tenzij anders blijkt, voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet beschouwd als eigenaar of houder van dat motorrijtuig of die aanhangwagen.
6 Voor de toepassing van de hoofdstukken III tot en met V van deze wet worden vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid mede als rechtspersoon aangemerkt.
Bron: Verkeerswet 1994